U zocht voorbeeldzinnen met daarin "grond"
Resultaten 361 - 380 van 457
- steek: Eerappels krabben in ain koele en dan stro der over mit ain steek grond (Valthermond)
- steekschup: Mit een stikschippe kun ie makkelijk deur stieve grond (Ruinerwold)
- steigerpaol: De steigerpaol zakte weg in de lösse grond (Ruinerwold)
- stek: Een eerappelgat zat een stek in de grond (Hollandscheveld)
- stekbiet: De stekbieten moet weer de grond in (Kerkenveld)
- stiekelsteker: Met de stiekeltang trek ij de stiekels oet de grond met wortel en al. Het liekt wal op een vergrote (Eext)
- stienig: Ze hebt daor nog een stukkien grond, mor het is wal stienige grond (Sleen)
- stienig: Die grond is steinachtig (Zeyen)
- stienig: Hondsdraf gruit op stienachtige grond (Oosterhesselen)
- stiep: Wij metselt de stiepen vanuut de vaste grond op (Kerkenveld)
- stikstof: As der veule miere stiet, is het een teken dat er veule stikstof in de grond zit (Hollandscheveld)
- stobbe I: De stobbe hebben ze in de grond zitten laoten (Dalen)
- stommel: Ik bin vallen over een stommel van oous appelboom, die nog in de grond zat (Eext)
- stoppel: De stoppels en het stro waren mooi verröt in de grond (Gieterveen)
- streep: Op papier trek ie een lien en op de grond een streep (Eexterveen)
- strepel: Zo'n strepel grond was lastig te bewarken (Barger Compascuum)
- stried: Over dat stukkien grond is veul stried west (Sleen)
- strook: Hij wol der een strook grond van de buurman bie hebben (Barger Oosterveld)
- stuitern: Hie vul hum oet de hand en stuiterde op de grond (Weerdinge)
- stuitern: Wai deden in ons jeugd vaok met knikkers in een koeltie in de grond stuitern (Peize)