U zocht voorbeeldzinnen met daarin "maken"
Resultaten 361 - 380 van 416
- underbos: Wij wilt niks met dat volk te maken hebben, dat is toch van het underbossie (Rolde)
- valappel: Van valappels kuj ok appelmoes maken (Sleen)
- valbrugge: Aj niet oppast, giet alles ummekuiteln; ie mut ook niet zokke valbroggies maken (Hollandscheveld)
- vaort: Doe mags ok wel is wat vaort maken (Klazienaveen)
- varfkrabber: Wij moet eerst die varfkrabber scharp maken, de varf is er zo niet of te kriegen (Sleen)
- vastigheid: Laow drekt vastigheid maken
- verloop: Det slootie muj een beetie mit verloop maken (Ruinen)
- verslag: Ik mus een verslag maken van het reisien (Koekange)
- veugelknippe: Mit een paar stienen, een stokkien en een touwgien kun ie makkelijk een veugelknippe maken (Ruinerwold)
- veurbield: Ik kan het misschien wal mit een veurbeeld dudelijk maken (Barger Oosterveld)
- veuriezer: Um het klappen van een pèerd te veurkommen, mot men de veuriezers rond maken (Buinen)
- veurstelling: Ik kan mij der gien veurstelling van maken, hoe dat worden zal (Borger)
- vlechtnaald: Een vlechtnaald gebruukten ze bij het maken van iemshuven (Zwinderen)
- vleerkral: Van die vleerkrallen kuj jam maken (Padhuis)
- voegspecie: De voegspecie moej niet te nat maken (Beilen)
- voel II: Hij wol der gien woorden mèer over voel maken (Emmen)
- voel II: Dat is een voel biest, met denne muj niet tevöl te maken kriegen
- voeligheid: Ik zal je wal even een dumeling maken, veurdaj er voeligheid inkriegt (Hijken)
- vogel: Hij wil oe mit een dood veugeltien bliede maken (Ruinen)
- voorbak: Even een nei baandiezer um de voerbak maken (Coevorden)