U zocht voorbeeldzinnen met daarin "met"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 361 - 380 van 500
- betaling: Met de betaoling van de belastingzetel waacht ze meeistied tot het lest (Eext)
- betimmern: Een wand met schrooties betimmern (Norg)
- betrekken: Wij bint er nog met betrökken
- betrekking: Met betrekking tot de veeholderij is het wel wat minder worden (Eext)
- betten: De raomen betten met een waarme dook (Balloo)
- betunigheid: Wat was het in de oorlogstied een betunigheid met het eten (Zweelo)
- beuken: As men een leeimen deel wil maoken, mot men - naodat de leeim met waoter precies goud mengd is - ze (Eext)
- beuzeln: Hij beuzelt er wat met om (Roderwolde)
- bevaordheid: ...en er niet met zo'n hopen bevaordheid an kommen zetten
- bevolking: De bevolking is het daor lang niet met iens (Zwinderen)
- bevrend: Daor biw nogal dik met bevrend (Sleen)
- bewaardelen: In de boermarken bint vroouger alle aarven met één vol gebroeksrecht bewaordeeld (Eext)
- bewarpen I: Dat gebeurde met een bewarpen ruzel
- beweiden: Een niet te dure koe kopen, wat anvoeren of beweiden en dan met een zute winst weer verkopen (Smilde)
- bezèeien: Het lag er bezèeid met appels en peren (Emmen)
- bezeilen: Hij was zo kört veur het gat, der was gien zee met te bezeilen (Odoorn)
- bezeilen: ...gien laand met te bezailen (Eexterveen)
- bezettingstied: de bezettingstied nog niet met (Erica)
- bezoepen: Ik had mij beter kunnen bezoepen, as dat ik met dat mens trouwd was (Drouwen)
- bezuken: Die lui worden aordig bezucht, het zit heur nait met (Westervelde)