U zocht voorbeeldzinnen met daarin "arfenis"
Resultaten 21 - 24 van 24
- sapiepen: Van die arfenis kunt ze mooi sapiepken
- verdieling: Hai hef bie de verdailing van de arfenis aordig wat naor zich touhaold (Gieterveen)
- verkriegen: Zie hebt dat laand deur een arfenis verkregen (Borger)
- vruchtgebroek: Mit een arfenis kan het gebeuren, dat ene het vruchtgebruuk van een stuk grond kreeg (Hollandscheveld)