U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bloed"
Resultaten 21 - 39 van 39
- nachtschade: As het vee te veul nachtschade had hef, kriegt ze daor hiel dun bloed van (Klazienaveen)
- nagel: Iene het bloed onder de nagels weghalen
- oetzoeger: Die uutzoeger zug oe het bloed onder de nagels weg (Meppel)
- oftappen: Met een vlim hebt ze het biest bloed oftapt (Padhuis)
- ram: Die ram möt vort, hie wordt te aold en der möt nei bloed in (Sleen)
- reuren: Het bloed van een zwien mus bij het slachten hieltied reurd worden (Padhuis)
- rood II: as bloed (Coevorden)
- snee: Ik had een snee in de haand, het bloed guide der uut (Zuidwolde)
- spilzucht: Ze vraten te gul. Dan sneden ze ze in het oor dat er bloed uut kwam (Klazienaveen)
- stelpen: Aloen was veur bloed stölpen, aj oe eschèuren hadden (Ruinerwold)
- stilstand: Hij zal wel stilstand in het bloed had hebben, want hij vult zo van de bienen (Klazienaveen)
- stölsel: Der zit stölsels in het bloed (Exlo)
- stouwen: Bloed stouwen
- targen: Hij targt oe het bloed onder de nagels vandaon (Zuidwolde)
- trombose: Aj trombose hebt, dan zit er een prop in je bloed (Oosterhesselen)
- vazel: Het biest hef bols west, want hie hef bloed an het vaarzel zitten (Buinen)
- vlim: Hij stak mij het vlim in het enkel en speide het venien in het bloed
- wrang I: As wrang in het bloed komp, is het dodelijk (Sleen)
- zwiemelig: Ik kan jao gien bloed zien, dan wör ik zo zwiemelig