U zocht voorbeeldzinnen met daarin "botten"
Resultaten 21 - 40 van 47
- hoefbevangen: Bij hoefbevang, dan hebt ze een ontsteking tussen de botten under in de hoef (Anderen)
- holterig: Die koou is zo holterig, de botten steekt aal kaanten deur 't vel (Eext)
- hondengeleuf: Hij hef een hondengelove: 't vleis lever as de botten
- knarpen: Wat knarpt mien botten
- knaster: Het knars, dat kraakt je tussen de botten (Hijken)
- knaster: Dat gnos, ...gnars tussen die botten weg, dat lust mij graag (Klazienaveen)
- knaster: Der zit vast gnars tussen de botten, de kneien kraken zo (Meppel)
- kraken: De botten kraakten hum (Zuidwolde)
- lil: Lille is het nat onder in de kookpot. Het komp van de botten en uut de zwoorden (Zuidwolde)
- marg: Ze haalden oe het marg uut de botten
- marg: Ie hebt gien mörf in de botten
- mèeien: ...niks as botten verdreeien (Ruinen)
- mondstuk: De piep hef een botten mondstuk (Wijster)
- muuigheid: Ik heb de muuheid in de botten (Zweelo)
- nippen: Hij zit an die borrel te nippen, net of der botten in zitten (Klazienaveen)
- oetbotten: Even kieken of de erpel al oet begunt te botten (Sleen)
- ofkluven: Ik hebbe de botten schone of ekleufd (Nijeveen)
- ofknoeven: Dat botten ofknoeven was een mooi wark, daor was aorighaid an (Barger Compascuum)
- ofpluren: Laot mij die botten maor ofpluren (Noordscheschut)
- oftreksel: Het oftreksel van botten of vleisnat (Schoonlo)