U zocht voorbeeldzinnen met daarin "branden"
Resultaten 21 - 23 van 23
- weitenland: Ze waren an het waitenland branden (Nieuw Schoonebeek)
- zandzudde: Zudden die niet branden wolden, wurden zaandlappen nuumd (Rolde)
- zandzudde: Van zandzudden bleef veul asch over; veenzudden wolden beter branden (Sleen)