U zocht voorbeeldzinnen met daarin "cent"
Resultaten 21 - 40 van 115
- cent: Hij is zo gek as een cent (Emmer Erfscheidenveen)
- cent: Een cent kwam vaker in de karke as een dubbeltie (Hollandscheveld)
- cent: Die lat hum veur een cent van het dak vallen
- cent: Mag ik veur een cent kiek over de teunbaank
- centenkakker: Hij is een echte centenkakker, hij wil elke cent wel deurbieten (Uffelte)
- ding: Degelijkheid zat er veur gien cent ien det dink (Ruinen)
- dòffien: Hij hef een mooi doffien had, een mooie cent weer ekregen van de belasting (Meppel)
- dok III: Ik bin dok, ik heb gien cent mèer (Exlo)
- drop: Wij huulden eerder veur een cent drop (Sleen)
- fien: Bij hum kriej nog gien cent lös, hie is zo fien op de botten (Eext)
- fluit: Dat werk was een fluitien van een cent
- gat: Hie zal je gien cent an het gat zetten
- gek II: Hij is zo gek as een cent (Dwingelo)
- gemien: as katoen van drei cent de el (Westerbork)
- gemien: vief cent de el (Borger)
- gemienigheid: Wat een gemienigheid, ie kunt op die lui op veur gien cent an (Hoogeveen)
- genugen I: Tot zien genugen is alles opgelost, tot de leste cent toe (Erica)
- gesjochten: Hij is zoe gesjochten, hij hef gien cent meer op zien geweten (Broekhuizen)
- geweten: Ik heb gien rooie cent op mien geweiten
- graoperig: Hij is te graoperig om een cent vort te geven (Emmer Erfscheidenveen)