U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dennen"
Resultaten 21 - 30 van 30
- Oostenrieks: Daor staot nog een stuk of wat Oostenriekse dennen in dat bossien (Stieltjeskanaal)
- over II: Dennen wuug over (de) honderd pond (Sleen)
- passerijtuun: De passerijtuun hebt ze kleiner maakt; ze hebt er een paar riegen dennen inzet (Sleen)
- perciel: Ik heb een perciel dennen koft in het Staatsbos (Sleen)
- richelholt: Ik moet nog een perceel dennen hebben veur richelholt (Drouwen)
- schelschup: Een schelschippie um dennen te bloten (Zuidwolde)
- schriever: Dennen is daor schöpper en schriever
- sleper(d): De dennen bint ekapt, nou binne wij een peerd en een sleper neudig (Broekhuizen)
- treitern: Dennen treitert tegen zien vrouw
- vest: Dennen hef wal wat achter het vestien (Sleen)