U zocht voorbeeldzinnen met daarin "diel"
Resultaten 21 - 26 van 26
- schol I: Veur het dichtspiekern van dat diel van de schuur kuw wal schollen gebruken (Hooghalen)
- toebedielen: Elk hef zien diel toebedield kregen (Mantinge)
- verzameln: Dan dee alleman der zien diel bij um het neudige geld daorveur te verzaemeln (Wapserveen)
- veurdielig: diel I
- wagenstel: Het underste diel van een wagen is een wagenstel (Oosterhesselen)
- zoegerstang: De zoegerstang is het diel van de pomp van de slegel naor de zoeger, ...emmer (Sleen)