U zocht voorbeeldzinnen met daarin "doen"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 21 - 40 van 500
- anzet I: wat doen zal, mut hij een kleine anzet hebben (De Wijk)
- armzalig: Ik viene dat wel zo'n armzalige meniere van doen! (Hoogeveen)
- baker: De baker was iene, die bij de kraomvrouwe kwam um het wark te doen, zo lange as de vrouwe op bedde l (Hollandscheveld)
- batterij: Ie moet neie batterijen in de zaklantèern doen (Dwingelo)
- bedremmeld: hij doen mut en stiet er wat bedremmeld bij (Broekhuizen)
- beet I: Een beet van een hond kan gemien zèer doen (Westerbork)
- begriepelijk: Dat is een begriepelijke manier van doen (Sleen)
- begunsel: Aj niet weet, wat aj doen zult, dan hej hier een begunseltien; brei die moffe mar of (Broekhuizen)
- behèuren: ij niet te doen, laot dat mor an je moe over (Sleen)
- bekwaom: Dat hadden ij niet doen kunt, daor bi'j niet bekwaom genog veur (Mantinge)
- beloven: Ik zal mien beste doen, mar ik kan oe niks belaoven (Ruinerwold)
- beloven: Hij is rieke in het beloven, maor arm in het doen (Smilde)
- beloven: *Belaoven en doen is twei (Hoogeveen)
- berappen: Ik heb zoveule te doen, ik kan het niet in iene dag berappen (Broekhuizen)
- berekken: Dat kan ik niet berekken. Woj mij de schoenen even dicht doen? (Emmen)
- beschied: Zo gauw as het kan, za'k oe bescheid doen
- bestellen: Ie mut dat kiend niet altied bestellen, laot hum zölf ies wat doen (Broekhuizen)
- beugelzaag: ...dat kuj beter mit een beugelzaege doen (Wapserveen)
- bien I: Bientie aover doen
- biester II: Een biester klein bettien vrundelijkheid kan al een bult goed doen (Padhuis)