U zocht voorbeeldzinnen met daarin "doppen"
Resultaten 21 - 28 van 28
- hierzo: Waor lig die baal dan? Och, doe je doppen dan ok is lös, hierzoot! (Eext)
- kölper(d): Domme kölperd, doe de doppen toch is beter lös (Coevorden)
- lul: Grote lul, kiek oet je doppen (Eext)
- poel I: Wij moet de bonen eerst nog doppen, ze zit nog in 't pooul (Drouwen)
- scharp I: As de kippen gien scharp genog kriegt, bint de doppen niet stark (Hijken)
- schraanseln: As wij een toertie an het schraanseln west bint, pak wij een vleugel en veegt hiermet de doppen van (Eext)
- siep II: In maai (2x)/As alle vogelies aaier leggen/Wat leggen ze dan?/Lege, lege doppen/Kaole, kaole koppen/
- vierdehalfvoetien: Een vaardehalfvoutje was 108½ cm laank mit kopern doppen op het èend en kopern dukers veur maoten (Tweede Exloërmond)