U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dwars"
Resultaten 21 - 40 van 63
- grelkieker(d): Dat is een grelkieker, ze kik dwars deur je hen (Weerdinge)
- haolspil: Het haolspil was een stang in het dwars deur de schurstien (Exlo)
- heumig: Meinsen, die heumig binnen, willen altieten dwars (Smilde)
- jukstok: De jukstokken zint de stokken, die der veur de stevigheid dwars
- kretsplaank: Dat was de kretsplaank of kretslat. Veur en aachter dwars over de ledders hen laggen de veurste en d (Roderwolde)
- kuum: Wat is hij kuum vandage, zit hum wat dwars? Hef hij wat under de leden? (Hoogeveen)
- kwabbe: In Gerrit Busmaker zien Broek luup een hiele kwabbe dwars deur (Sleen)
- lopen: Laot hum mor lopen, hie wil toch dwars wezen
- mage: Het zit mij dwars in de maog
- mes I: Hai het het mes altied dwars in de bek
- middenboom: An de middenboom dreide de kleine baander in de grote baander, de baanderboom lag dwars (Zuidwolde)
- munten: Die kèrel hef het op mij emunt, die mag mij graag dwars zitten (Koekange)
- naod: Die zat oe lillijk dwars in de naod
- net I: Hie scheut dwars deur het net hen
- oetstek: Dat is bij uutstek een maniere um de mèensen dwars te maken (Hoogeveen)
- oframmeling: Hij kreeg een flinke oframmeling, mar hij had het ok dubbel en dwars verdiend (Schoonebeek)
- onabel I: ...is aaid dwars (Schoonebeek)
- oog: Hij is zo kwaod, hij hef het witte van de ogen dwars veur het gat zitten (Broekhuizen)
- opzetten: deur uut het gat-ende van de garve een toppe dwars te leggen onder de naost liggende garven (Wapserveen)
- pankoek: Recht deur zee en dwars deur de pannekoeke (Hoogeveen)