U zocht voorbeeldzinnen met daarin "eer"
Resultaten 21 - 38 van 38
- haal II: Het har hael an de klinke, d.i. der mus nog hiel wat gebeuren, eer het resultaat har (Wapserveen)
- handgeld: zeden ze dizzen op, eer de tied verstreken was, dan mudden ze de handpenning weerumbetaolen (Eext)
- hoed I: De huud verkopen eer de beer escheuten is (Wapserveen)
- hokken I: Hokken was vrouger 'n oneer, nou 'n eer (Roderwolde)
- ieuwigheid: Het duurt een eeuwigheid, eer ze det veur mekaar hebt (Koekange)
- inleggen: Daor kuj niks gien eer met inleggen (Oosterhesselen)
- land: 's Lands wies, 's lands eer (Emmer Compascuum)
- nuren: De koou begunt al mooi te uren, mor het duurt nog wel een dag, eer e kalven mot (Eext)
- ontvallen: Ik haar het eigelk niet zeggen wild, mor het was mij ontvallen, eer ik het in de gaoten har (Eext)
- overver: Overveer, dat is zunder geld of zunder eer (Sleen)
- pankoukspottie: Een pankoukspottie was een geitiezern pottie van ongeveer ein liter. De pankouken weurden in het eer (Barger Compascuum)
- ronseln: Hie döt niks as ronseln, pas op, eer ij van wat van hum koopt (Eext)
- Sint-Anno: Het wordt wel Sint-Anno, eer het klaor is
- toekommen II: Hij hef niet de eer kregen die hum toekwam (Padhuis)
- verhakseln: Wij hebt met dat wark nog hiel wat te verhakseln, eer daw het klaor hebt (Oosterhesselen)
- veurloper: Die har al een veurlopertien had, eer hij op visite kwaamp
- veursprien: Wij moet de sluten veursprien, eer dat het zaod er op komp, en dan huw gien balken scheren (Oosterhesselen)
- weten: IJ zaten der in, eer daj het wuzzen