U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gries"
Resultaten 21 - 26 van 26
- roggenstoet: Roggenstoete is gries en roggenbrood is zwart (Klazienaveen)
- schelden: Het zal der nou gries schelden
- törteldoef: Hij is zo gries as een törteldoeve (Koekange)
- veenplagge: Heideplaggen mit een zode der an wörden wel veneplaggen enuumd. As er allend mar gries zaand an de (Wapserveen)
- veldpieper: Een veldpieper is een gries vogeltien, zo groot as een geelgors (Barger Compascuum)
- zegge I: De blauwe zegge wordt tot een halve meter heuge, de blaen gries tot blauwgruun (Smilde)