U zocht voorbeeldzinnen met daarin "holten"
Resultaten 21 - 40 van 124
- holten I: Hij hef een holten bien (Pesse)
- holten I: Wij hebt een holten vloer (Wijster)
- holten I: Hij is zo holten
- holten I: Tegen een prèekstoel zegge wij wel ies: een holten broek (Hoogeveen)
- holten I: Dat is zo'n holten Klaos, hie wordt niet hiet of kaold (Sleen)
- holten I: een holten Hendrik (Gasselte)
- holten I: Wat is dat een holten peerd! (Nieuw Schoonebeek)
- holten I: een holten kerel
- holten II: Wij gaot hen holten (Dwingelo)
- hotel: Hotel De Holten Lepel
- humphaspel: De holten humpthaspel
- hut: Een holten huttien/Een kopern kuttien/Met 't iezern dreiertien in 't gat/Rao, rao, wat is dat?
- hut: Een holten huttie/Met een kopern puttie/ Met een drei an het gat/... (Eext)
- ierbak: Wij hebben een holten ierbak (Roderwolde)
- intast: Op de nierties nao worde de hele intast, d.w.z. daarms, longen, hart en lever in een plat holten vat
- Janus: Wat is dat een dove, ... een holten Janus (Buinen)
- Jezus: Dat is ok 'n mooie holten Jezus
- kaaiblok: een holten paoltje, woor de centen op legd worden bie het kaaibakken (Emmer Erfscheidenveen)
- kalverbak: Tegen een holten voorbak zeden ze wal van kalverbak, mor miest was kalverzomp (Sleen)
- kamrad: Gezienus het nog een klok met holten kamraoder, en hie lop ook nog (Eexterveen)