U zocht voorbeeldzinnen met daarin "jeugd"
Resultaten 21 - 26 van 26
- polka: De aolden danst de polka, de jeugd daait dat nich meer (Barger Oosterveld)
- raod: Vrogger gung de jeugd bij de aoldere mensen te raod (Zwinderen)
- stuitern: Wai deden in ons jeugd vaok met knikkers in een koeltie in de grond stuitern (Peize)
- umschikken: As ij in de jeugd umschikken leerd hebt, dan redt ij het wal in jo leven (Schoonebeek)
- underwiezen: Op de kesaotsie wordt de jeugd onderwezen in de leer van de kerk (Vries)
- vertier: De jeugd hef nou mèer vertier (Beilen)