U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kant"
Resultaten 21 - 40 van 45
- lichtknop: De lechtknoppe zit verkeerd, dei mot an de andere kant van de deure zitten (Barger Compascuum)
- lössteken: Een hul werd an ien kant lösstökken
- nering: Völ kooplu doet de nering an de kant (Schoonebeek)
- nulliesholtien: Op één kant stun nullies en der tegenover: alles, de aandere kanten waren leggerie en kriegerie (Rolde)
- o'verdrieven II: De boot is overdreven naor de andere kant (Padhuis)
- oetgaon: Dat giet de goeie kant uut
- oetritsen: Uutritsen is met een liene der an langes en dan een schune kant eruut gooien (Klazienaveen)
- ophakken: Ie moet die kant even ophakken, dat we goed ploegen kunt (Klazienaveen)
- opzèeien: Hé, jong, ij moet eerst de kant opzèeien
- roetvoorn: De roetvoorn zit in het roet langs de kant (Sleen)
- slepen: Sleppen met de stompe kant van de eg naor beneden gebeurde um de roegte niet boven te halen (Schoonebeek)
- speulen: Hie speulde de bal de verkeerde kant op (Odoorn)
- stek: As bij het centiengooien de munt op de kant bleef staon, dan was het stek (Sleen)
- stölpvoor: .... de eerste voor an de kant (Schoonebeek)
- takkerig: De kant van de gerdienen was mij een beetien te takkerig (Stieltjeskanaal)
- tellerrek: Wij hebt een tellerrekkien an de kant hangen (Stieltjeskanaal)
- touwgienscheren: Touwscheren. Twie kinder, elk an ien kant van een straot en die scheerden een touw over de straot. T (Oosterhesselen)
- veurbrulfte: De veurbrulfte is veur de ooms en tantes van de kant van de olders, enkele dagen veur de echte (Padhuis)
- vlieggat: De körf stiet met het vlieggat de verkeerde kant op (Dalen)
- wal I: Dat raokt gien kant of waal