U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kat"
Resultaten 21 - 40 van 105
- gewiekst: Een gewikste kat
- goldvis: De kat hef oes de de goldvis oet de kom haald (Sleen)
- grel: De hond was grel op de kat (Roderwolde)
- heks: kat
- hoed I: De kat vrat dat vogelie met hoed en haor op (Gasselte)
- hoes: As de kat oet hoes is, daanst de moezen (Eext)
- hond: Zij leeft as kat en hond
- huster: Huster de fluster/De kat is mien zuster/De hond is mien breur/Huster de fluster mor deur (Anderen)
- jags: Wij moet de kat in hoes holden, die is jags
- jags: Een hond is loops en een kat is jaks (Eexterveen)
- jags: Een kat is mèerts en een varken is jags (Wapserveen)
- jichtig: De kat is jichtig (Sleen)
- kat: Hie vindt de kat in de pot
- kat: Hij knip de kat in het duuster (Peize)
- kat: Zij leven, ...vechten as kat en hond (Klazienaveen)
- kat: De kat de bel anbinden (Gasselte)
- kat: IJ moet de kat niet op het spek binden
- kat: Hij hef de kat in de gerdienen
- kat: Hie löp er umtoe, as een kat um de hiete brij (Oosterhesselen)
- kat: Hij is zo nat as een verzopen kat (Eext)