U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kiepen"
Resultaten 21 - 40 van 64
- kakeln: Die wieven zit bij elkaar te kakeln, en hier geldt ok dat kakelnde kiepen niet legt, want zolange as (Hollandscheveld)
- kakken: Ik kan drei dingen teglieke doen, zèe de olde boer. Ik kan kakken en pissen en ook nog de kiepen ro (Ruinerwold)
- kalkvoer: As de kiepen niet genogt kalkvoer kregen, dan pikten ze mekaar de vèren of (Hoogeveen)
- kibbern II: IJ mut die kiepen mor kibbern, want zij vliegt altied over het gaos (Geesbrug)
- kibbern II: Aj de kiepen iene vleugel kibbert, kunt ze niet meer vliegen (Elim)
- kip II: De kiepen krabt de braand lös
- kniephaand: De kiepen wordt
- krabben: ke grond wilt hebben, muj kiepen en zwienen op ien stok holden; de kiepen krabbet achteruut, de zwie (Hoogeveen)
- kralleroet: Ie magt gien krallenroet an de kiepen geven (Zuidwolde)
- kropziekte: Kropziekte bij kiepen (Nijeveen)
- kusen: De kiepen van de dele, ... in het hokke kusen (Wapserveen)
- leggerij: Die kiepen hebt de leggerij niet veur mekaar (Zuidwolde)
- Lichtmis I: Mit Lichtmissen, dan krabt de kiepen de braand lös
- liek III: Aj lieke grond wilt holden, muj der kiepen en zwienen laoten lopen (Hoogeveen)
- louw I: Oenze kiepen könt wel kakeln, mar leggen is louw (Koekange)
- nune: De kiepen meut neug wat nunen hebben, aans leg ze strakkies nog wiendeier (Ruinen)
- nunebakkie: Een nunebakkie bij de kiepen (Dwingelo)
- nunenschipper: As de nuneschipper an west was, waren wij as kiender as kiepen er bij um de mooisten er uut te zuken (Smilde)
- ontsmetten: Asse wij neie kiepen kriegt, laote wij het hokke altied eerst ontsmetten (Ruinerwold)
- oor: Oren an een wipkor, door draaide de bak op as je hum kiepen leuten (Anderen)