U zocht voorbeeldzinnen met daarin "klomp"
Resultaten 21 - 38 van 38
- Knelis: Knelis, Knelis klomp/ Hef zien messien stomp/Het messien wol gien brood mèer snien/Toen mus Knelis
- knienenzomp: Een knienenzomp was een klomp zunder roof (Sleen)
- krambaand: Ik heb 'n krambaand op de klomp zet
- meertgras: Meertgres een klomp vol is beter as 's harfs een romp vol (Borger)
- oetdrèeien: Die klomp past niet, ij moet er nog een beetien oetdrèeien (Sleen)
- pakdraod: ...een baandtie um de klomp. Aj het zölf deden, deden ij der pakdraod um (Eext)
- pissen: in de klomp pissen
- plagge: De grond is zo geil daj de plagge wel met de klomp kunt kapot schöppen (Coevorden)
- roof I: Hie hef 't roef, ...roof van de klomp of, der möt even een hoepien over (Sleen)
- sliddeklomp: Een sliddeklomp was een klomp met een leertien over de vrij (Schoonebeek)
- stuitkoel: De stuitkoel muken wij eerder met de hak van de klomp (Sleen)
- tegen: In de klompenmakerij gebeurde het wal ies dat van een neie klomp de kap ofbrak; dan mus der een klom
- tip I: Een negenoog kuj beter op de tip van de klomp hebben as op de rug
- tripklomp: sliddeklomp, slofklomp, klomp
- vieftig: Aj vieftig bint, kriej almaol een hoepien over de klomp
- warteln: Hij gung een iezerdraodtie over de klomp warteln (Pesse)
- woord: Een woord man, opscheppen as een klomp (Vries)
- woord: Hie hef een woord as een kanon, ...klomp (Sleen)