U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kosten"
Resultaten 21 - 31 van 31
- kosten II: Wat zul zo'n reisie wel niet kosten? (Klazienaveen)
- kosten II: Dat zal wel een stuver kosten
- kosten II: Laow het dan met mekaor dooun en het is eein kosten
- langwagen: En knikslag in de weg kan een laankwagen kosten (Havelte)
- maondelijks: Dat zint maondlijks terugkommende kosten (Westerbork)
- naost III: Kuj mij ok te naoste bij zeggen, wat of dat kosten mot (Sleen)
- raomen II: dat kosten giet (Hollandscheveld)
- roeg: Die koe mut ten ruugst, ...op zien roegst 1500 gulden kosten (Hoogeveen)
- veurreken: Ik kan oe wel èven veurrèken, wat het kosten mut (Ruinerwold)
- vies: Dat zal hum nog vies geld kosten
- zweepslag: Der komp nogal wat zweepslag op beteeikent: er komt nogal wat kosten bij (Gasselte)