U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lichten"
Resultaten 21 - 28 van 28
- riemen I: Hie kan riemen en dichten en het gat oplichten, ...zunder het gat op te lichten (Sleen)
- riemen I: ie zulden er de pette veur lichten (Ruinerwold)
- riemen I: ie kunt het hemd er veur lichten (Hooghalen)
- riemen I: en het gat van de stoule lichten (Valthermond)
- zwaoren: Hie kan lichten en zwaoren
- zwaoren: Kiek niet zo krek, ij moet lichten en zwaoren kunnen (Westdorp)
- zwaoren: Hie wet van lichten en zwaoren
- zwaoren: Dat is iene, die niet lichten en zwaoren kan