U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mee"
Resultaten 21 - 27 van 27
- tesselig: Niet zo tessel, jong, in de oorlog zölden wij er bliede mee ewest hebben (Meppel)
- toekunnen: Meer is er niet, ij möt mar zien, of ij er mee toekönt (Schoonebeek)
- vlimmen: As ze dan hellig wordt, dan vlimt ze daor mee net zo rad of het lucht
- vortkommen: Ien het eerste wol het mij niet van de handen, maar non kan ik der vlot mee wegkomen (Ruinerwold)
- warkvolk: Hij eist veul van zien warkvolk, mar hij döt zölf net zo hard mee (Ruinerwold)
- zacht: Ie moet mee drinken, aj verkolden bint; de keel wordt er zaachte van (Dwingelo)
- zeupien: Mee is een zölfgebrouwd zeupie, dat kinder met neijaor kregen (Eext)