U zocht voorbeeldzinnen met daarin "meuken"
Resultaten 21 - 40 van 49
- maandeweide: Ze meuken er een maandewei van (Schoonlo)
- meibommenholt: Van meibommenholt meuken de jonges fluities (Borger)
- meiboomtak: Eerder meuken wij een hup van een meiboomtak (Exlo)
- meuken: Dat bultien mes beguint al mooi te meuken (Nijeveen)
- mollenbult: Wij meuken de molbulten vlak met de umgekeerde eg of, later, met de weidesleep (Drouwen)
- neutenboom: Van het holt van een neuteboom meuken ze wel geweerkolven (Diever)
- ofbonksel: Van het ofbonksel meuken ze lichte törf um de kachel met an te maken (Hooghalen)
- plaat: Spatborden meuken ze hier op het Wold van platen (Broekhuizen)
- plug: Wie meuken pluggen oet vleerholt (Roswinkel)
- rauw: We hebt een rauwe berekening meuken (Wapse)
- reukwater: Van rozeblaodjes meuken wie reukwaoter van (Roswinkel)
- reustern I: Onder het eerappelkrabben meuken wie wal is een vuur en reusterden der eerappels op: an een stokkie (Barger Compascuum)
- rit I: Vroeger meuken wij wel ies een rit met de waogen, mor nou gao wij altied met de auto (Ekehaar)
- ronselbos: Nao het togen meuken we ronselbossen (Roswinkel)
- snuurder(d): Um bij een snuurder het oetzakken van de het lief te veurkommen, meuken wij vrogger een verhoging un (Buinen)
- spektakel: Wat meuken die kiender een spektaekel (Dwingelo)
- spektakel: Um die neie weg meuken ze een spektakel, het was nich mooi meer (Barger Oosterveld)
- spinnegien: Zo'n spinnegien meuken wij aleer in het hemd (Exlo)
- stroriefsel: Van het stroriefsel meuken ze schotbollen (Hooghalen)
- tip I: Eerder meuken ze een tippie in het hemd