U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ophalen"
Resultaten 21 - 30 van 30
- ophalen: Wij moet dat couplet nog even weer vannei ophalen (Sleen)
- pèenshaak: Woj mij even de pèenshaak ophalen? (Sleen)
- riegel: Wij hebt het heui mooi in riegels liggen, wij kunt het zo ophalen (Sleen)
- schien III: Wie wilt slachten, ik wil even een schien ophalen (Barger Compascuum)
- strèeisel: Ik wil nog even een strèèiseltien keukenzaand ophalen
- toesturen: Aj het niet ophalen kunt, za'k het je wal even toesturen (Odoorn)
- tuk I: A'k an het vissen bin, dan wi'k bij het eerste tukkien ophalen (Meppel)
- viehek: Hij zette de viehekken op de stortkar, hij mus de schaop ophalen (Sleen)
- vlokschere: Eine, dei nei was in het veen, leuten ze vaak de vlokschere ophalen (Barger Oosterveld)
- zundag: Der zit wal drie ophalen in die jas; daor is de zundag of (Exlo)