U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opnei"
Resultaten 21 - 32 van 32
- reigres: Het umgeploogde laand weur opnei met reigres inzeid (Beilen)
- scheidingspaoltien: Het kadaster hef de hiele zaak opnei opmetten en neie scheidingspaolties zet (Padhuis)
- schraankeln: Schraankeln is zigzag over de akker gaon en ieder maol een stuk opnei metnemmen (Eext)
- spielen: De iemshuven moet opnei spield worden (Sleen)
- spoelen: De draod van de mesiene knapt. Nou moo'k weer opnei spolen (Diever)
- umkiekertien: en zag iene lopen of bewegen, dan mus die weer terogge achter de strepe en weer opnei begunnen. Ie k (Hoogeveen)
- vanneis: opnei, nei
- vannoods: Vannoods begunt wij opnei (Westerbork)
- verpachten: Mit meie wordt het laand vake opnei verpacht (Havelte)
- verscheren: Aj een weefraem verschèren, bi'j an het opnei opzetten van een schèring (Smilde)
- verzulvern: Ik wil dit kettie opnei verzulvern laoten (Eext)
- voeg I: De voeg daor in de muur moej oethakken en opnei voegen (Hooghalen)