U zocht voorbeeldzinnen met daarin "proot"
Resultaten 21 - 40 van 90
- inzicht: Sund hie der met Gerrit Hult over proot hadde, was hie tot dat inzicht kommen
- jeneverkèrel: Proot mij neet van hum, het is een echte jenever- en vrouwlukèrel (Ruinen)
- jeugdjaoren: Aj aolder wordt, wordt er nog weer vaak over je jeugdjaoren proot (Oosterhesselen)
- jok: Aj aover vloon proot, krieg ik jok aover de hiele hoed (Ruinerwold)
- kikker: Zij proot as 'n stel kwakende kikkers (Padhuis)
- Knaolsters: Hie proot zo Knaolsters (Sleen)
- koker: As ze jokkerij an het gat hadden, weur soms zegd: Wat jokt mij de koker, mor dat was roege proot (Odoorn)
- konkelfoezen: Proot ie nou Fraans of Chinees, man, proot ies wat dudelijker, en konkelefoest niet zo (Ruinerwold)
- kostverleuren: kostverleuren proot
- kwaanskwies: Die jongen doet kwieskwaans of ze an Sunterklaos geleuft, mar op zes december proot ze wel aans (Broekhuizen)
- maondverband: Hoe oeze aolden dat deden met maondverband bint wij nooit gewaar worden; der wuur niet over proot (Sleen)
- metproten: De olders proot nog altied mit, zij hebt ok heil wat ondervinding (Barger Compascuum)
- nöchter: Hie hef aaid zo'n nöchtern proot (Stieltjeskanaal)
- ofdrinken: Zuw het even ofdrinken? Dan proot wij er niet meer over (Sleen)
- onkörstig: Hie is altied zo onkörstig in zien doen, ...proot (Ruinerwold)
- onvermeugen II: Hij had aaid van die gore proot, mor der kwam non gien onvermeugen woord over zien lippen (Oosterhesselen)
- onzinnig: Dat is onzinnige proot van hum (Sleen)
- over II: Ze proot aaid over aandern (Emmen)
- plank: Wij proot van schotten, plaanken en onderlagen
- proot: Der komp volk an, der is proot achter het hoes (Sleen)