U zocht voorbeeldzinnen met daarin "put"
Resultaten 21 - 40 van 44
- put: Die moej wat opmontern, want die zit zo in de put (Anloo)
- put: Bij het persen was het de put en bij het törfgraven de koele (Nieuw Dordrecht)
- put: De bovenste lange turf zetten ze op de lösse put, aanders as men die an de kaante van de bagger zet (Pesse)
- put: Wij hebt een put veen huurd in Bunermoeras (Borger)
- put: Törfgraoven wör put veur put daon (Eexterveen)
- put: Hij het de put er oet
- put: Het was een hele put wark, mar nou het klaor is, bin ik bliede dow der achter egaone bint (Ruinerwold)
- putjuk: As der een put graven was, kwam er eerst een putjuk op en later weur de putkeep der um timmerd (Exlo)
- putjuk: De bovenbouw op de put is het putjuk (Gieten)
- putraam: Aj een put graven wolden, mussen ij eerst een putraam underin maken
- puttendeur: De putdeur was een zieddeurtje, dat tegenover de put oetkwam (Rolde)
- putzeuiker: Met de putzeuiker haol wij de emmer oet de put oet. Der zit drei haoken an (Eext)
- raamholt: Het raamholt zörgt veur het verzakken van de put (Borger)
- ring: De put is tien ringen diep
- ripperao(t)sie: Oh, Oh, wat een ripperaosie um die put schoon te kriegen (Sleen)
- takelbok: De takelbok mus bij het put zetten goed vaststaon, anders was het knap gevaorlijk (Sleen)
- veenput: Bij het persen neumden wij dat de put, 2 m bried, en bij het törfgraven was dat de koele (Nieuw Dordrecht)
- wark: Daor hej een mooi put waark (Anderen)
- welpiep: De welpiepe was de verbiending tussen put en pompe (Koekange)
- welzand: Putheuzen waren um de put dieper te maken en het welzaand er oet te halen (Buinen)