U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rechter"
Resultaten 21 - 32 van 32
- rechter I: *Een goeie advokaot is linker as de rechter (Hoogeveen)
- rechter II: De rechter leuning van de stoule was ofknapt (Emmer Erfscheidenveen)
- rechtsum: Aj rechtsom gaot, mot de rechter richtingsaanwiezer naor rechts uut (Gieterveen)
- rolmes: Mit een rolmes erbij kuj rechter ploegen (Noordscheschut)
- schaats: Ik heb de hakkebaand van mien rechter schaatse kepot (Hollandscheveld)
- scheel I: Hij is zo scheel, hij kik mit de linker oge in het rechter buusgat (Barger Oosterveld)
- slag I: Die oetspraok van de rechter was een malle slag veur hum (Zwinderen)
- strik II: Tussen rechter en linker dol zat het strikkie (Beilen)
- strikvraoge: Een rechter stelt vaak een strikvraog (Dalen)
- verschienen: Hij mus veur de rechter verschienen (Roderwolde)
- veurpoot: Het touw wordt um de rechter veurpote van het zwien daon
- zadel: Hij pakte zien fietse, zedde zien linker voude op het opstappie, hupte een paor keer met het rechter (Emmer Erfscheidenveen)