U zocht voorbeeldzinnen met daarin "scheren"
Resultaten 21 - 24 van 24
- scheren II: Vrogger mussen wij bij het oetzetten van turfringen eerst de liende scheren (Nieuw Dordrecht)
- stiekeln: Hij stiekelde aordig, hij mus zuk scheren (Vries)
- veursprien: Wij moet de sluten veursprien, eer dat het zaod er op komp, en dan huw gien balken scheren (Oosterhesselen)
- zeieln: scheren I, kiskassen