U zocht voorbeeldzinnen met daarin "soort"
Resultaten 21 - 40 van 128
- fokken: Een best soort moj met fokken (Eelde)
- förms: Forme knopen waren geelwitte, een soort botten knopen mit twee gaten der in (Zuidwolde)
- glaspepier: een soort surogaat glas in lood (Noordscheschut)
- Griet I: Broene griete is een soort kruzemunt (Hoogeveen)
- guts I: Een guts is een soort holle beitel, waor as ze figuurties in het holt mit kunt uutstikken (Hollandscheveld)
- hagel I: Haogel en donder is ain soort borrel (Valthermond)
- harden I: Wij zeden van harden en dan bedoelden wij blauwgies, det was een soort grös, det zo taoi was as lè (Ruinerwold)
- heidepieper: Een heidepieper is een soort sprinkhaene, die een schaarp sjilpend geluud maekt (Dwingelo)
- heidetieke: Dat bint holttieken of heidetieken. Ik had er lest nog iene in de hoed. Het is een soort luze, een p (Zuidwolde)
- heuihaak: Een heuihaok was een soort weerhaok, waor ze een beetie heui met plukten (Norg)
- hopbel: Hoprange is een soort klumop mit knoppen der an, de hopbelle (Havelte)
- hörp: Een urke is een dik soort wapse (Fluitenberg)
- hui I: Van hui meuken ze keze, 'n mindere soort (Klazienaveen)
- jaggien: Een jaggie was een soort sjeezie (Dwingelo)
- jaggien: een soort lux waegentien op vier raeden (Wapserveen)
- kalkmergel: Kalkmergel is een soort bemesting (Sleen)
- kamer: een klein vertrekkie, waor levensmiddeln stunden. Een soort grote kaste mit baankies langs de kaante (Hollandscheveld)
- karspelsoldaot: De karspelsoldaot was een soort veldwachter en stund onder de scholte (Havelte)
- kerelslu: Een guut was vrogger een soort korte aoverjasse veur kerelslu (Hoogeveen)
- klaterboom: Klaeterjaegers is een soort poppulier, die aj vrogger vaeke zagen in het hakholt (Dwingelo)