U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stellen"
Resultaten 21 - 30 van 30
- stelschroef: An de plooug zit een stelschroef; aj die lösdreit kuj de plooug stellen (Eext)
- vaak: Wij hebt het daor vake mit te stellen (Hoogeveen)
- vaststellen: Wij kunt wel vaste stellen dat de koop niet deurgiet (Kerkenveld)
- waogschaal: IJ moet je gezondheid niet in de waogschaol stellen (Sleen)
- waogschaal: Ie mut oen leven niet in de waogschaol stellen (Kerkenveld)
- weer II: te weer/wèer stellen
- wet: Hij wol mie de wet stellen
- wieze: Ie muut oen geld niet verdoen, ie muut er wieze op stellen (Elim)
- zandruter: Bokken: de veurbienen zo wied meugelijk veuruut, kop naor ondern en dan alles in het wark stellen um (Ruinen)
- zichten I: het stellen van profielen zunder schietlood (Gasselte)