U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stien"
Resultaten 21 - 40 van 44
- ogenstien: Hij had altied een ogenstien in de buse; dat was een gladde stien (Noordscheschut)
- opgraven: Ik heb mij daor toch een dikke stien opgraven! (Stieltjeskanaal)
- pelstien: De pelstien, dat is de grote stien die bovenop dreit mit het malen (Geesbrug)
- pottien I: De potties van schrikdraod wordt maokt van stien of plastiek (Ekehaar)
- rakelings: Hie gooide mij de stien rakelings an de kop langs (Sleen)
- rollen: Die stien kuj beter rollen as tillen (Klazienaveen)
- siezeln: Die stien, die siezelde over het water
- slingern: Hij slingerde een stien deur de locht (Elim)
- slistern: Die stien die slisterde zo mooi over het ies hen (Klazienaveen)
- smieten: Hij greep een stien op en smeet hum deur de glazen (Zuidwolde)
- stand: Dan was er onder de achterpoten van de koenen een strook stien of beton, de staand (Hoogeveen)
- stempeln: Wij zuken een platte stien um te stempeln (Meppel)
- stien: Daor ligt wal 5000 stien (Sleen)
- stien: Geschulpte stien
- stien: Wij gaot in Noord Barge aaid bij dik stien even an
- stien: Het is zo hard as een stien
- stien: stok en stien
- stienderbil: stien
- stienpikken: Stientienpikken was een spel. Ien gooide een mooie gladde stien weg en aandern mussen proberen die s (Oosterhesselen)
- strek: Ie hebt een kop en een strek an een stien (Hollandscheveld)