U zocht voorbeeldzinnen met daarin "toen"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 21 - 40 van 500
- antwoord: De brief die ik toen verstuurd hebbe, heb ik gien antwoord weer op kregen (Oosterhesselen)
- anwillen: Toen ik hum de waorheid zee, weur e toch zo hels, dat e mij anwol (Hijken)
- anzet I: Hai nam een kleine anzet en sprung toen over de sloot (Een)
- anzetten: Onverwachts zette het peerd an en toen sluug hij achterover
- aodem: IJ kunden gien aom mèer vernimmen, toen de dokter kwam
- aodem: Deur die grote beuie was de grond dicht eslagen en toen mus het even lus emaakt worden, aans kun der (De Wijk)
- appelleren: De boeren gungen an het appelleren, toen ze heurden dat er een neie weg over de nesse zul kommen (Beilen)
- attestaotsie: Toen ze verhoesden, kregen ze de attestaotsie van de kerk met
- awar: Jan reup tegen de hond awar, toen hij de appeldief te pakken har (Dwingelo)
- baakster: Toen er nog gien baakster was, huulpen de naoste naobers bij een geboorte (Padhuis)
- bakmeel: Het bakmeel was op en toen kun ik niet bakken (Emmen)
- balsturig: Toen wai oons peerd aanspanden, was hij aordig balsturig (Peize)
- barm I: Hij kwam mit ein rad in de baarm en toen sleug e over de kop (Peize)
- bedoening: Toen wij daor kwamen was het een armoedige bedoening (Drouwen)
- bedoening: Zie hebt heur pleegkind op een klein bedoeninkie zet en toen hebt ze der niet wèer naor umkeken (Beilen)
- bedroesten: Hij bedroestte hum en toen worde hij bange (Ruinen)
- beduusterd: Wij hebt net zo lang wacht tot wij een beetie beduusterd waren, toen bin wij 't vondertie over egaon (Geesbrug)
- beduustern: Ik had mij verlaat en toen was ik beduusterd (Padhuis)
- begoocheln: Toen ik oet de winkel kwam, was mien fietse weg, nargens te bekennen, nou, dan kiek ie even begooche
- begrip: Toen mai 't goud oetlegd wör, haar ik er wel begrip veur (Peize)