U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vos"
Resultaten 21 - 36 van 36
- sluw: Hol die vent in de gaten, want het is een sluwe vos en ij kriegt er gedonder met, aj niet oppast (Oosterhesselen)
- snap II: Ik har gistern een vos in de snappe
- span I: Een Engels span is een vos met een schimmel (Sleen)
- spat I: Het helpt je gien spat, al schiet je ok haor as een vos (Rolde)
- verte: , zee de vos, doe zag hij uut de veerte een bentespiere staon (Havelte)
- vos: De vos har oes bij de kiepen ezeten (Havelte)
- vos: vos wal van de staart ofgleden wezen (Borger)
- vos: Hij is zo leep as een vos (Geesbrug)
- vos: Ze harren twee peerden, een keupersnoet en een vos (Beilen)
- vos: Een Engels span pèerden is een vos en een schimmel (Westerbork)
- vos: *Der is gien vos, of der is een steek an los
- vos: De vos verlus zien haoren wal, maor de knepen niet (Exlo)
- vos: De vos hef het met de staart meten
- vos: De vos löp zo lange deur het dörp tut de honden hum biet
- vos: As de vos de passie preekt, boer pas op je kippen (Emmer Compascuum)
- vossenklem: Der zat gien vos in de vossenklem (Gieten)