U zocht voorbeeldzinnen met daarin "was"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 21 - 40 van 500
- achtergang: De achtergang was wal arg voel, hè (Valthe)
- achterhalen: Dat was nog wal te achterhalen, het was net gebeurd (Weerdinge)
- achterheerd: De achterheerd was het twiede vuur en was in de aolde kamer; hier wuurd schoonmaakt, waren de bedste
- achterhof: Het was an het wark in de achterhof (Sleen)
- achterholden: Hie was penningmeester, mor hie hef wat geld achterholden
- achterkamer: De aachterkaomer was vrouger de aachterkeuken (een woon- en kookkeuken), doe stun daor de kookkachel (Anderen)
- achterkamer: De achterkamer was ien de boerderij de waskamer (Barger Oosterveld)
- achterkeuken: De aachterkaomer was vrouger de aachterkeuken; doe stun daor de kookkachel (Anderen)
- achterkop: Der was een aachterkop en een veurkop
- achterlaoder I: Een achterlaoder was een aolde knapbus (Een)
- achterlaoten: Do hij dood was, hef hij nog wal wat achterlaoten (Barger Oosterveld)
- achtermekaar: Het was een geloop aal achter 'nkander weg, ...vort
- achtern I: Deur het natte weer was e slim in het achtern met het wark (Gasselte)
- achtern II: Hij was aordig in het achtern mit het wark (Barger Oosterveld)
- achteroet II: Dat was een beste klap achteruut
- achteroet II: Hij was achteruut ekomen
- achteroetdrukken: Hij was nich in tel, hij weur altied achteroet drukt (Barger Oosterveld)
- achterovervallen: Het was zó glad, dat ik veul zo aachterover (Anderen)
- achterpad: Het achterpad was op partie koestallen slim smal (Wapserveen)
- achterpand: De snieder was net mit het achterpand an het wark (Barger Oosterveld)