U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wat"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 21 - 40 van 500
- achter I: *Wat e veur häf, dat häf e nich achter
- achteran: Maok die nog maor neit bliede, der komt nog wel wat achteraan (Emmer Erfscheidenveen)
- achteran: Griep wil gèèrn wat achteran kommen
- achteran: Die zeune van K. komp ok wat achteran
- achteran: Hij wol die kaste hebben, hij hef der wat achter an lopen (Beilen)
- achteran: Op een boerendarp komp men aaid wat achteran (Sleen)
- achteran: Zien zeune komp ok wat achteran
- achterannegien: Het achterannegien stiet wat langer as het aandere holt (Wapserveen)
- achterbaks: Wat een aachterbaks gedoe (Dwingelo)
- achterbaks: Het is aaid makkelijk, aj wat geld achterbaks hebt (Stieltjeskanaal)
- achterbaks: Die vent zeg nooit precies woor het op stiet; hij holdt altied wat achterbaks (Broekhuizen)
- achterblieven: Aj wat harder loopt bliej ok niet achter (Sleen)
- achterblieven: Die jong is wat achterbleven
- achterbuurt: Det achterbuurtien, daor woont niet aans as hakmak, wat minder soort volk (Koekange)
- achterdochtig: Ze keken hum allemaole wat achterdochtig an (Zuidwolde)
- achtergaon: Der bint er underweg nog wal hiel wat bij achtergaon (Stieltjeskanaal)
- achtergerdien: Doou de aachtergerdienen mor dicht, gieneein hef der wat met neudig, wat of hier gebeurt (Eext)
- achtergrond: Op de achtergrond stiet ok nog wat (Borger)
- achterhaald: Dat boouk kuj wel vortgooien, wat daor in steeit is almaol al lang aachterhaold (Eext)
- achterhands: Hij vertelde neeit alles, maor höl wat aachterhands (Eext)