U zocht voorbeeldzinnen met daarin "weten"
Resultaten 21 - 40 van 90
- gat: Dat zeuj wal graag willen weten, mor dat zal ik je niet an je gat hangen
- gerechtigheid: Dan wil ik wel ies weten of der nog gerechtigheid bestiet (Hollandscheveld)
- geschiet I: A'k weten had dat ik der zo'n geschiet met kriegen zul, ha'k mij stilholden
- geteugen: Hij zal het wel weten, hij is hier geboren en getogen (Broekhuizen)
- gevrij: Derbij wol heur va van gevrij in huus niks weten
- gissing: Hie har wel een gissing hoou of het gaon was, mor hie wol toch geern meer weten eer e der op of gung (Eext)
- gissing: Ik heb der wel een gissing van, maar zeker weten doe ik het niet (Hollandscheveld)
- haand: Hij wil het niet weten, mar hij hef er de haand in had
- haand: De linker haand möt niet weten, wat de rechter döt (Nieuw Dordrecht)
- hakken: Wat hum mankeert, mag Joost weten, hij zit jao aoveral op te hakken (Ruinerwold)
- hanentree: Ie kun het al weten, de daegen wordt al een haenetree langer (Dwingelo)
- haze: Je kunnen nooit weten hoe een koe een haze vangt (Klazienaveen)
- hering: Ie moet nou weten van hering of kuut
- hieten: Ik zul ok niet weten, hoe al die meinsen hiet (Geesbrug)
- hulp: Ik heb mien hölp anbeuden, non moet ze maor weten, wat ze wilt (Drouwen)
- iederien: Um iederiene de zin te geven, dan moej al wat weten (Klazienaveen)
- kindermaot: moet grote mensen weten (Weerdinge)
- kloten II: Hij wol der niks van weten, en toen kön hij mar weer op huus an kloten, ...klootzakken (Uffelte)
- koekoek: As de koekoek rèup, dan gung ie tellen hoe vake, um te weten hoeveul jaoren aj nog te lèven hadden (Hoogeveen)
- kortponding: Van kortponding op de zolters wol de koopman niks weten: 'Ie vraogt geld en ik biede ien keer en dan (Meppel)