U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wilde"
Resultaten 21 - 40 van 51
- ijlen: Hij is in het wilde (Erica)
- joegter: Wat is dat een wilde joegter van een meid (Stuifzand)
- kamille: Wilde kamille
- kervel: Wilde kervel
- knaster(d): Wilde wichter bint zoere knasters
- kribbelwaal: Een kribbelwaal is een roege waal, die vol zit met stiekels (wilde rozen, haogeldoorns en zo) (Roderwolde)
- lucht: Een wilde lucht
- nak I: Hij het een wilde haor in de nek
- oprumen: De wilde haover mot opruumd worden
- overtrekken: Er zint wilde gaanzen overtrökken
- pèerdestaart: An de slootswallen staot peerdestarten, ok wel kattestarten. Sommigen nuumt ze wilde orchideëen (Elim)
- poel I: Wilde poelties
- rebarber: Wilde rebarber is ridderzuring (Borger)
- ridderzuring: As ie ridderzuring of wilde rebarber is het land hebt, bun ie ze zo niet kwiet. As ie kopzeer hadden (Barger Compascuum)
- sleedoorn: Een sleedoorn is een wilde plaante mit veule grote stiekels (Koekange)
- vioel II: De wilde viool
- vleer: Wilde vleer
- vogelweide: Zodaonig was het er net een stee veur het wilde gedèerte, want alles lag er te vogelweide
- wat II: Het is altied al wat een wilde west (Barger Compascuum)
- wild II: Hie vleug der in het wilde weg op of (Padhuis)