U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zien"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 21 - 40 van 500
- achterlief: Dat zwien draait zo gek met zien achterlief (Emmer Erfscheidenveen)
- achterlocht: Zien achterlocht braandt niet (Sleen)
- achternao: Gaot oen va ies gauw achternao, hij hef zien portemenee vergeten (Zuidwolde)
- achteroetgang: Der zit achteruutgang in zien ziekte (Weiteveen)
- achterop: Hij kun noch nich fietsen; hij zat bie zien va achterop (Barger Oosterveld)
- achteroverslaon: Hij slat zien tegenstander achterover (Roden)
- achterpoot: Hie stiet gauw op zien achterpoten
- achterschip: Zien breur hef zien olden nogal wat centen ekost; zodoende is hij in het achterschip ekomen (Hoogeveen)
- achterwark: Hij völ mit zien achterwerk in de modder (Smilde)
- achttiende: Met zien achttiende jaor is e met roken begund (Sleen)
- adjedant: Hij was adjedant in het leger, net as zien vao (Sleen)
- affère: Mien opa was koeper van zien affeer (Valthermond)
- affère: Hij hef een malle affère had met zien volk (Beilen)
- akker: Hij döt het op zien akkerties (Havelte)
- akker: ...op zien dooie akkertien
- aksteroge: Hij hef nogal wat last van zien oksteroog (Vries)
- akte: Dei onderwiezer hef in de oorlogsjoren zien akte haald (Barger Oosterveld)
- allendonder: Dei jong hef van zien vaor allerdonderst veur de kont had (Vries)
- allennig: Hij kan zien vrouw niet allenne holden
- allerlèest: Hie hef zien allerlèeste koe non ok verkof (Sleen)