U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zoas"
Resultaten 21 - 40 van 79
- godsgeklaagd: Het is godsgeklaagd, zoas e het land der bijliggen hef (Sleen)
- godsgeklaagd: ...godgeklaogd, zoas die jong zien olden
- grof: Het is zoas ik het oe vertelle, of ik mut mij al grof vergissen (Ruinerwold)
- gurrig: Het is gurrig, zoas ze daor tekeer gaot (Zuidwolde)
- hebberechtig: Hie is zo hebberechtig, het mut altied net gaon, zoas hie het hebben wil
- heerdvloere: Het neudige mus eerst gebeuren, zoas een neie lemen heerdvloere (Fluitenberg)
- hèuren I: Je mut het wel doen, zoas ze zegt, want dat heurt zo (Coevorden)
- hikken: 't Is gek zoas ik hikken moet (Klazienaveen)
- iegenzinnig: Wat is dat een eigenzinnig kind; het geit altied maor zien eigen gang en dut, zoas e zölf dunkt (Gieten)
- juust: Het is juust zoas ij het zegt (Buinen)
- Keuls: kortgoud van het zwien, zoas ribbegies en botties (Roderwolde)
- klòk I: Zoas de klok thuus tikt, tikt het nergens (Klazienaveen)
- kops: Bij de stiensmuren, zoas die eerder emetseld wörden, lagen de stienen um een aandere laoge, streks (Koekange)
- körs: Zoas dat kös gaon is, wil ik het niet weer hebben
- krachtvoor: IJ hadden roegvoor en krachtvoor. Krachtvoor wuur koft, zoas meel, koeken etc. (Sleen)
- kreukelig: want zoas ie het doet, wordt het kneukelig (Meppel)
- landverovertien: Mit laanverstikkertie gooide ie een mes mit de punte in de grond en trökken ze een streep, zoas het (Pesse)
- lichtzinnig: ...dat ze volgens de lienen van de hand en zoas de kaorten oetwezen, lichtzinnig van aord was
- lot I: Het is net zoas het lot valt (Noordscheschut)
- lumen I: Het is net zoas ij hum antreft, want hie hef het bij lumen (Dalen)