U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zullen"
Resultaten 21 - 25 van 25
- opzeiern: Wai zullen preberen dat lam op te zaaiern met de fles (Roderwolde)
- rollen: Het gras is nog niet goud dreug, wai zullen het nog een keer rollen (Norg)
- sprik: *Wat zullen wij 't aovend eten?/Braom, Braom sprikken/Lèer, lèer, lappien lèer/Doe er uut en ik e
- zunnescharm: Zullen wij de zunnescharm even opzetten? (Een)
- zwien: Dai zullen ok nog wel ies zwienen bejegenen