U zocht voorbeeldzinnen met daarin "koe"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 381 - 400 van 500
- schijntje: Der zit maor een schijntien melk onder die koe (Zuidwolde)
- schonen: Die koe schoont zuk nog
- schremiel: Een schremiele koe is mager (Zuidwolde)
- schussel: Een schussel van een koe (Emmen)
- schutgeld: IJ moet schutgeld betalen, aans kriej die koe niet wèer met (Sleen)
- sekreet: Wat een sekreet van een koe (Sleen)
- Sint-Steffen: Met Sint-Steffen kreeg één koe van de buren een lekker toppien heui (Oosterhesselen)
- slagmaotig: Die koe giet er slagmaotig oet, en wat doej er an? (Drouwen)
- slaon: Die koe
- sleepkont: Een sleepkont is een koe die de kont zakken lat, umdat e deur de platen giet (Emmen)
- slicht: Die koe hef van die slichte hoorns
- slichtkop: Die koe hef gien mooie horens, het is wat een slichtkop (Oosterhesselen)
- slichtkop: Een slichtkop is een koe met een kop met ien kleur en gien oftiekens (Sleen)
- sliemen: Holdt die koe in de gaeten. Hie sliemert, hij kan wel vaorig worden (Dwingelo)
- sliemen: Die koe drag niet lang meer, hie begunt al te sliemen (Borger)
- slip: Die koe hef een slip in het oor (Sleen)
- slobbern: Die koe slobberde de iene nao de aander emmer leeg (Oosterhesselen)
- slok I: Die koe hef altied al een beste slok melk geven (Coevorden)
- sluten: Die koe is al wèer sleuten, de banden bint er wèer (Mantinge)
- smalbil: Die koe valt nog niet mit, het is een smalbille (Ruinerwold)