U zocht voorbeeldzinnen met daarin "weg"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 381 - 400 van 500
- plukkewol: Plokwolle is de resties, of van dat smerige wolle van achtern weg, die ewassen was (Pesse)
- poddenvilder: Den bottenvilder gooi mor weg (Stieltjeskanaal)
- poffen I: Hie poft er mar wat op weg met dat pistol (Zweelo)
- pomp II: Wij moet even een paar pompies under die weg deurleggen (Sleen)
- pomp II: Under dizze weg lig nog een pomp. Astond wordt er betonnen dukers legd (Eext)
- prik: Alles gunk veur een prik weg (Ruinerwold)
- prilk: Die prilkerd stiet mij altied in de weg
- proten: Hij prat veur zien gat weg
- psalm: Braombarger weg nuum wij psalm 119 (Hollandscheveld)
- raanzig: Dat botter dou mor weg, dat is raanzig (Valthermond)
- rafel: De refels, ...rafels komp mij under de rok weg (Sleen)
- rameien: Zulle wij die deure even rameien, de sleutels bint weg (De Wijk)
- raor: De störm is gelukkig veurbij; het gung der raar um weg
- rappelneut: Dat is een rappelneut, die is niet goed. Gooi hum maor weg (Odoorn)
- rechtsof: ...en dan meuj de darde weg rechtsof slaon (Hollandscheveld)
- ree I: Een ree luip van de weg naor hoes (Roderwolde)
- rempt: Wil ie rempen maeken daj weg koomt! (Dwingelo)
- rennen: Die weg runt deur tot an Möppelt (Nijeveen)
- rennen: Die weg runt dood (Ruinen)
- reutemeteut: Wij hebt de hele reutemeteut weg egooid (Fluitenberg)