U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hoes"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 401 - 420 van 500
- ophaken: Aj op hoes an gaot, dan moej het pèerd even ophaken
- opharken: Zaoterdaogs, aj wat rommel om hoes liggen hebben, dan gaoj het even opharkseln (Peize)
- opharken: Hie is um het hoes toe an het opharken (Sleen)
- oplopen: Hie is driefnat in hoes kommen, hie kan der wel een zeeikte van oplopen (Anloo)
- opnimmen: Ik moe wel geld opnemen veur het neie hoes (Drouwen)
- opredden: Zie wilt het hoes opredden (Westerbork)
- oproepen: Hie wordt oprooupen; hie mot in hoes kommen (Eext)
- opschieren: Ik zal het nog wat opschieren om hoes tou (Roderwolde)
- opschildern: Het hoes mot neug opschilderd worden (Nieuw Schoonebeek)
- opspeulen: Hij hef goed opspeuld, toen de jongs zo laot in hoes kwamen (Borger)
- opstappen: Wij moet zachiesan mor weer ies opstappen en zien daw in hoes komt (Sleen)
- opstrek: Een opstrek is een lang stuk laand bai hoes (Norg)
- opvarven: Hij haf van 't veurjoor het heile hoes opvarfd (Nieuw Schoonebeek)
- opzet: Hie hef met opzet zien hoes in de braand steuken (Ekehaar)
- opzied: Op zied van het hoes stunden ekkelbomen (Roderwolde)
- over II: Hie har een dikke schuld over het hoes (Anloo)
- over II: Hij kan gien geld over dat hoes kriegen (Barger Compascuum)
- overleg'gen I: Wij moet nog overleggen, hoe laat daw oet hoes gaot (Exlo)
- overrien: Hie is vlak veur zien hoes overreen (Westerbork)
- paand: Bie dat hoes is een mooi paand grond bie (Roswinkel)