U zocht voorbeeldzinnen met daarin "jong"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 401 - 420 van 500
- schuld: Jong gien schuld, aold gien geld (Klazienaveen)
- schunen: As ze daor niet in hoes zint, lop die jong van de buren mar bij heur um het hoes te schunen (Oosterhesselen)
- schuppen II: Je mag die jong niet weer veur de benen schuppen! (Drouwen)
- schussel: Het is een goeie jong, mar een onhandige schussel (Oosterhesselen)
- siepsapsiepiesholt: Allèn van jong siepsappiepiesholt kuj een siepsappiepien maken (Padhuis)
- slaopkameraod: Dei jong, dat is mien slaopkammeraod (Barger Oosterveld)
- sleets: Dai jong van ons is slim sleets op zien goud (Valthermond)
- slepertien: Mien jong wil ie een slepertien? Wat is dat?
- slim: Vort, slim jong
- slim: Dat slim jong hef al hielwat verbeelding (Balloo)
- slim: Wat wil zo'n slim jong as ie toch! (Beilen)
- slip: Ho, jong, doe hest de slibbe boven de boksem (Valthermond)
- smèer: Ik heb de kleine jong een smèer geven (Dwingelo)
- smeerderd: Dei jong, dat is wal zo'n smeerderd, dei holdt zien tuug gien half uur schoon (Barger Oosterveld)
- smeugel: Dat is een smeugel van een jong, die is de duvel ontkreupen (Sleen)
- smocht: Dat smocht van een jong is de duvel op klaorlochten dag ontkreupen (Rolde)
- smodde I: Dat jong is een ondeugend smodde, maor je kunt er ok niet kwaod op worden (Buinen)
- smoel I: Die jong hef aaid zo'n grote smoel (Sleen)
- smoezen: Moej die jong en dat wicht ies zien smoezen met mekaar (Klazienaveen)
- smoren: Gao weg, jong, of ik smoor die! (Barger Oosterveld)