U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mooi"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 401 - 420 van 500
- gres: Het is mooi weer, ie kunt het grös heuren gruien (Hollandscheveld)
- greshoek: Achter het huus hebben wie ain hail mooi grashoukie om op te zitten (Valthermond)
- gresland: door ok nog een mooi houkien gresland liggen (Barger Compascuum)
- griezelig: Het was griezelig mooi (Coevorden)
- grindpad: is wal mooi, maor het knarst altied zo, aj der over loopt (Westdorp)
- grup: Hij prat al een mooi woordtie over de gröppe
- gruun I: An die bogen zit mooi gruun
- gruwelijk: Drèeiörgelmuziek vin ik groewelijk mooi (Stieltjeskanaal)
- gui II: Gui, gui, wat een mooi peerd is dat
- gul: Het is mooi weer, maor der is nogal 'n gulle wind (Hooghalen)
- haffeln: De peerden staon mooi bij mekaor te haffeln (Een)
- hageldoornhege: Zo'n haogedoornhege is hartstikke mooi, as hai zo vol witte bloumen zit (Valthermond)
- half I: Het weer is nich half zo mooi as gistern (Barger Oosterveld)
- hals: Ik hebbe mij mooi wat op de hals ehaald (Hoogeveen)
- handtas: Die vrouw hef een mooi handtasssien bij zuk (Sleen)
- handzem: is een mooi handzaam ding (Klazienaveen)
- haornet: Een haornettien was er veur, dat het haaor mooi zitten bleef (Sleen)
- harp: Hie speulde hiel mooi op de harp (Sleen)
- harregat: Harregat jong, wat hej dat mooi veur mekaar maakt (Sleen)
- hartelijk: Ik bedaanke oe hartelijk veur het mooi kedo (Ruinerwold)