U zocht voorbeeldzinnen met daarin "toch"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 401 - 420 van 500
- gruunpèens: Dat is toch zo'n gruunpens, die lop aaid met appels in de haand (Sleen)
- gruunpèens: Wat bi'j toch een gruunwagen, die appels bint zo zoer as eek (De Wijk)
- gul: Wat is met die dreugte de grond toch gul (Eexterveen)
- gulzig: Eet toch niet zo gulzig, ie huuft niet hen heuien (Fluitenberg)
- gut: Och gut nog an toe, hoe heb ik dat toch had (Klazienaveen)
- gutig: Je denkt toch niet, daj gutig bint? (Balloo)
- ha: Ha, hoe kuj dat goed toch eten (Sleen)
- ha: Ha, wat bi'j toch een motvarken, ruum op die boel (Broekhuizen)
- haats: Die man blef mar haats, wat moej daor non toch an doen? (Oosterhesselen)
- haggeln: Wat bi'j toch weer an het haggeln mit zien beide; dat gehaggel mut ies of elopen wèzen (Elim)
- hakkerig: Hoe komp dat broodmes toch zo hakkerig, daor kunj jao niet mèer met snien, dat meuj eerst wal wèer (Hijken)
- hakkerig: Het verslag was wel wat hakkerig, mor hij kwaamp der toch uut
- hakketakken: Zit niet aldeur te hakketakken, verdraag mekaar toch! (Weerdinge)
- hakseln: Wat stao je daor te hakseln, maak toch ies 'n beetie an (Klazienaveen)
- halfsleten: Zo op het oge liekt het nog wel wat, maor het is toch een halfsleten kerel
- hamern: Ik heb er toch zo op zeten te hamern, mar het is niet klaorkommen (Stieltjeskanaal)
- handlangen: IJ kunt mij vandaog wel hölpen handlangen, ij hebt toch niks aans te dooun (Eext)
- hangen: Zit toch niet aal zo te hangen, jong (Emmer Compascuum)
- hanig: Man, doe toch niet zo hanig (Klazienaveen)
- hannesen: Wat zit je daor toch te hannesen met het eten koken? (Balloo)