U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dag"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 421 - 440 van 500
- törfmennen: Ze waren de heile dag al veur de pastoor an het törfmennen (Barger Oosterveld)
- touw: Hij was dag en nacht in touw
- trankiel: Hij kwam er trankiel met veur 'n dag (Eelde)
- treen: Hoe vake zul zo'n hane per dag wel treen? (Kerkenveld)
- trekken: Toen hie het gebit trekken laoten hef, hef hie wel een dag of wat naopien had (Anloo)
- troeteln: Hij troetelde der de hiele dag met hen (Padhuis)
- tugen II: Laow mar een dag uutgaon, det kow der wel oftugen (Ruinerwold)
- tugen II: Gien halve dag kan hij er oftugen
- twiebeiden(d): Goeie dag, ij twiebeiden
- twiefelder: Twievelders weurden stoken gedurende 2-3 weken nao de langste dag (Barger Compascuum)
- umdauweln: Ie hebt de hiele dag wat ummedauweld (Zuidwolde)
- umhangen: Ik heb de heeile dag op de kermis omhongen (Norg)
- umheuien: As het om het aander dag regent, mou'k het aal weer omheuien (Eelde)
- umhusseln: Hij kan de hele dag wal met zien speulgerak umhusseln (Hijken)
- umknusseln: Hij hef de hiel dag wat umknusseld (Zwinderen)
- umkrummeln: Ik heb de heeil dag wat bij hoes umkrummeld (Eext)
- umkuzeln: Hie is de hiele dag wat an het umkuzeln (Borger)
- umlopen: De hele dag wat ummelopen bij huus, daor komp niks gien goeds van (Hollandscheveld)
- umlummeln: Wat 'n wonder; aj 'n hiele dag ummelummelt komp der niks klaor (Hoogeveen)
- umslachtig: Wat kwaamp hie der omslachtig mit veur de dag (Hoogeveen)